Buurtherinneringen
SUPERLOCAL
In Bleijerheide stonden tot kortgeleden vier hoogbouwflats die gebouwd waren in de jaren ’60, een periode met hoge woningnood. De flats voldeden niet langer aan de wensen en eisen van deze tijd. Daarom sloegen Gemeente Kerkrade, HEEMwonen en IBA Parkstad de handen ineen om samen met 12 andere partijen te werken aan een nieuw concept, genaamd SUPERLOCAL. SUPERLOCAL is bijzonder, omdat de oude materialen van de twee leegstaande hoogbouwflats zijn hergebruikt voor de bouw van ongeveer 130 nieuwe woningen en de inrichting van het openbare gebied.
Dat is niet alleen nieuw in Nederland, maar ook in Europa! Ook wordt er gewerkt aan een gesloten waterkringloop binnen SUPERLOCAL. Deze waterkringloop zal de 130 huishoudens van drinkwater voorzien, dat is opgevangen en gezuiverd in het gebied zelf. In 2020 won SUPERLOCAL dan ook ‘The Innovation in Politics Awards’ in de categorie ‘ecology’.
Herinneringen van een doktersvrouw uit Bleijerheide
Door: MJ Meindersma-Gielen, voorheen Vluggen-Gielen
Er is veel geschreven over dokters en hun belevenissen, maar weinig over wat de vrouw van een dokter meemaakte. Laat staan dat er veel bekend is over wat een doktersvrouw in Bleijerheide zoal tegenkwam.
Hoe het begon
Mijn man startte in 1975 zijn huisartsenpraktijk als jonge dokter van toen 27 jaar oud. Hij had net zijn militaire dienst achter de rug en nam de praktijk van dokter Van der Schroeff over. De ouderen zullen hem nog wel herinneren. Als jonge arts heb je nieuwe ideeën die je wilt realiseren. De inpandige garage werd wachtkamer en de spreekkamers werden gemoderniseerd. We vonden dat we ook lokale winkeliers moesten laten verdienen. ‘Koop lokaal’ was een slogan die wij ons toen al ter harte namen. Op een zaterdagochtend, we waren kortgeleden met de praktijk in Bleijerheide gestart, stapte ik bij een drukke slagerij vol klanten naar binnen. Toen de slager mij zag zei hij hardop zodat iedereen het kon horen: “Drieënt üch jevelles ins um, doa sjteët de Vrouw Dokter. Evvel heure mán hat ’t richtieg jetróffe. Deë hat tenminste werm vleesj i jen heng”. Een opmerking waar ik op dat moment wel wat moeite mee had…
In de praktijk van mijn echtgenoot was het altijd een komen en gaan van patiënten die ik natuurlijk ook allemaal kende omdat ik assisteerde in de praktijk. Toen hadden we nog een vrij spreekuur, zoiets kennen we tegenwoordig niet meer. De naam zegt het al, daar hoefde je je niet voor aan te melden, je kon gewoon in de wachtkamer plaatsnemen en op je beurt wachten. Vroeg op de stoep om als eerste aan de
beurt te zijn. En dan hoorden we, als we wakker werden, tot in onze slaapkamer erboven al de gesprekken voor de wachtkamerdeur. Vaak wist je dan al meteen met welk probleem men op het spreekuur kwam en hoe Roda het had gedaan in het weekend.
Als de dokter afwezig was en geen dienst had, hielp onze achterbuurvrouw een handje. Zij assisteerde ongevraagd als een soort ‘assistente-buiten-dienst’ en nam berichtjes aan die zij vervolgens aan ons doorgaf via handgeschreven briefjes onder de ruitenwissers van onze auto. Tja, er is veel veranderd, de straat is zijn winkels en zijn bedrijvigheid kwijt. De huisartsenpraktijk is, na vier generaties huisartsen, elders in een modern pand voortgezet. En even eerlijk onder ons: wie zou de dokter nu nog laten weten dat “‘t Trautsje al drei daag durchval” heeft?
Oude Voorterstraat
Hier ben ik opgegroeid vanaf 1987 tot 2005. Nu ben ik 37 en woon ik nog steeds in Bleijerheide op de Pancratiusstraat. In mijn kindertijd was ik veel buiten. Vooral op de fiets die ik heb gekregen van mijn oom. Mijn ouders hadden een beperkt inkomen waardoor wij niet alles konden krijgen. Ze deden wel heel erg hun best.
Ik stond altijd in de container die rechts op de foto te zien is. Ik keek dan of er speelgoed of schrijfgerei in zat. Als ik iets vond wat ik kon gebruiken, was ik het gelukkigste kind op aarde. Ik had ook een goede vriend waar ik veel buiten mee was. We gingen tot ‘s avonds laat naar het bos en bouwden een hut of speelden stoeprandje met de bal.
Links achter mij op de foto zie je een huis dat is afgebrand. Ik was boven aan het spelen op mijn slaapkamer en hoorde de brandweer langskomen. Een paar wagens reden met hoge snelheid langs. Bovenaan de berg staat een man achter bij de auto, daar was ons huis. Het was de eerste keer dat ik een brand meemaakte en ik was helemaal in paniek. Ik bleef op mijn kamer, daar waar het veilig was. Een betere wijk dan Bleijerheide kan ik me niet voorstellen. Ik zal daarom ook nooit weggaan. Mijn hart ligt hier in Kerkrade.
Hans Schillings
De winters waren sneeuwrijk en ijs en vorst waren de gewoonste zaak van de wereld. Iglo’s bouwen en sleeën door de straten; er stonden ijsbloemen op de ramen en warme ‘snorrende’ kolenkachels in de huizen. In de zomer was het vooral buiten spelen, dat kon toen want er was amper verkeer op straat. Hutjes bouwen in de in de tuinen, voetballen en fietswedstrijdjes houden.
Dit laatste vooral tijdens de Tour de France, die we via de radio konden volgen. Zo volgden we de verrichtingen van Wim van Est en Woutje Wagtmans. De radio’s werden in de tuinen geplaatst tijdens het voetbalinterland Nederland – België, zodat de hele buurt de wedstrijd samen kon volgen. Alles werd samen gedaan; lief en vooral ook leed werden samen gedeeld.
Bleijerheide was een hechte gemeenschap. De vele winkels zoals d’r Latten, de Gruyter en Basten. Kappers Vroomen en Hamers, slagerijen en bakkerijen van Derix, Souren en Van Well. Al die gezellige Wieetsjaften (café’s). de tot ver in de omgeving beroemde bronk (processie) met het berichte rustaltaar op de Nieuwstraat, waar toentertijd nog de grens verliep met een meterhoge prikkeldraadversperring. Dit belette de dames van het roemruchte Maagdenkoor niet om tijdens de processie snel nog koffie en boter onder hun lange witte gewaden uit te toveren en naar de reeds klaarstaande familieleden of vrienden aan de Duitse kant te gooien. De douaniers in verbijstering achterlatend. Na de bronk ging ik langs bij nonk (oom) Heberichs voor het kermisgeld van een gulden. Genoeg voor twee dagen kermis!
Bleijerheide, een hechte gemeenschap, waar men elkaar in goede en in slechte tijden ter zijde stond. Een gemeenschap die vooral bestond uit mijnwerkers; harde werkers, die meestal al op jonge leedtijd geconfronteerd werden met stoflongen en andere ziekten. Velen stierven jong. Ze werden onderbetaald en kregen weinig steun. De meeste mensen waren arm. Als kind heb ik dat niet gevoeld, omdat iedereen hetzelfde had en veel, zo niet alles, met elkaar werd gedeeld. Op straat groette men elkaar, of men elkaar kende of niet. Dat is vandaag de dag helaas wel anders.
Ik koester mijn herinneringen uit het verleden en voel mij rijk, dat ik die tijden nog heb mogen meemaken. Volgens mijn bescheiden mening, kunnen wij samen nog veel leren van het verleden. Laten wij er samen werk van maken, om onze wijk Bleijerheide weer nieuw leven in te blazen. Alleen samen en met het gebruik van gezond verstand en realiteitszin kunnen wij hierin slagen.
Ijssalon Alaska
Mijn ouders, Leo en Maria Römer – Müller kochten begin jaren vijftig een pand aan de Nieuwstraat om er even later een ijssalon in te vestigen. Ons ijs was bekend tot in de verre omstreken, men kwam van heinde en verre met kommen en borden om ijs te halen. Vooral op zondag was het erg druk! Het was in die tijd toch wel iets speciaals, vers ijs op de zondagmiddag. In de zomer was het een geliefd trefpunt voor de jeugd bij d’r ieskiebel op d’r sjtoep.
Door: Patty Bemelen – Römer
Helaas overleed mijn vader heel vroeg (1964) en werden de ritjes om ijs te venten met onze bekende rode Opel door twee vrienden voortgezet: Joep Verbunt en Johan Körver. Begin jaren ’70 was het niet meer rendabel om de ijssalon te houden, de kosten namen toe en mijn moeder smeerde veel te royaal om er
nog een inkomen aan over te kunnen houden. Tot leedwezen van de hele gemeenschap Bleijerheide kwam er helaas een eind aan.
De ouderen onder ons weten zich ons overheerlijke ijs, ‘t iesjesjef (met verse volle melk, bananen en aardbeien, chocolade en vanille bereid) op de Nieuwstraat nog goed te herinneren.
Het waren mooie tijden…
Foto’s uit het archief van ijssalon Alaska, gelegen aan de Nieuwstraat 71, van begin jaren ’50 tot begin jaren 70.